Door zijn geloof zegende Isaak Jakob en Esau, en hij dacht daarbij aan wat er in de toekomst zou gebeuren.
[Hebreeën 11 vers 20, Nieuwe Bijbelvertaling © Nederlands Bijbelgenootschap 2004 ]
Het lezen van een fantastisch boek (‘Gilead’, door Marilynne Robinson) zette mij aan het denken. Over veel dingen, en ook over dit: dat een zegen geven aan je kind(eren) zomaar de reden kan zijn van je bestaan.
De geschiedenis van Isaak vind ik verbazingwekkend. Ik kan er over blijven denken hoe dit gezin geweest moet zijn, welke trauma’s aanwezig geweest moeten zijn, welke invloed dit heeft gehad op het gezinsleven, en hoe Isaaks vrouw en hun zonen hun weg zochten door het leven. En toch: hoe ‘modderig’ zijn verhaal op sommige punten ook is, hij doet wat hij te doen heeft: hij zegent.
Misschien
heeft wel
dat ene moment
waarop de wereld
verging
ervoor gezorgd
dat ik het nu kan:
geloven.
Dat ene moment,
daar, op Moria,
waarop mijn vader mij
aan God wilde geven
en ik - als uit de dood
herboren -
opnieuw mocht ademhalen.
Want nu,
bij mijn belangrijkste
levenstaak
- Zijn zegen over
mijn zonen -
word ik onder mijn
handen
bedrogen.
En dwars daar
doorheen
zie ik een glans van
Boven.
Een blik op het hemels
Jeruzalem, een blik op
Jezus: voor mij nog nameloze Metgezel.
En dus doe ik gewoon
mijn taak die op mij
wacht.
Ik zegen.
Ik zegen heel deze bedrieglijke
rommel, de
jaloezie, mijn van angst
gespitste zonen.
Ik zegen tegen
beter weten
in.
Ik zegen want ik weet:
een nieuwe
ademteug is nooit
ver weg.
Ik zegen want mijn blinde ogen zien
een kruis staan
in de modder.
1 reacties
[…] deze over Adam en Eva, of naar deze over Hagar? Naar deze over stenen zoeken, of naar deze over Isaak? Naar deze over Petrus, of naar deze over Maria uit Magdala? Naar deze over de brede en de smalle […]