Zomaar ineens ging het gesprek over de dood, vorige week tijdens ons gezinsmoment. “Waarom gaan mensen eigenlijk dood?” vroeg Elianne. En daar gingen we op in: dat mensen niet naar God willen luisteren, en dat de dood is gekomen als gevolg van de zonde.
Het gezinsmoment van deze week sluit daar prachtig bij aan: het gaat over het verhaal van David en Bathseba. Of eigenlijk: de insteek in de kleuterbijbel “Gods verhaal – jouw verhaal” is heel basaal: David deed goede dingen, en David deed slechte dingen. Maar God wil hem vergeven. We hebben geprobeerd hier iets meer diepte aan te geven, en dit pakte erg mooi uit.
Eerst komen we even terug op vorige week. Dat Elianne vroeg waarom mensen dood gaan. We vragen Elianne nu zélf deze vraag te beantwoorden. “Dat weet ik niet,” is haar eerste reactie. Maar we vragen het nog eens, en dat komt ze met een prachtig geformuleerd antwoord. “Omdat mensen niet naar God willen luisteren.”
Intussen krassen we met markeerstiften een spiegel vol. Nu kun je jezelf niet meer goed zien in de spiegel. De spiegel is vies. Zo is het eigenlijk ook met mensen die niet naar God luisteren: je wordt vies. En we leggen uit: “Weet je wat de Here Jezus wil doen? Hij wil je weer schoon maken!” We vragen het aan Elianne: “Wat doet de Here Jezus?” En dan komt haar antwoord: “Vergeven”. Dit was voor mij echt even een tranen-in-je-ogen-moment. Wat weet ze al veel over Jezus!
We lezen het verhaal uit de kleuterbijbel. Het verhaal van David, die mooie, goede dingen deed. Maar ook het verhaal van David die minder mooie, ronduit slechte dingen deed. Aansluitend lezen we een paar verzen uit een lied van David, Psalm 51, vers 3 en 4. Dit lied dichtte David als reactie op zijn wandaden. We lezen deze verzen uit de Bijbel in Gewone Taal.
“God, U bent goed.
Uw liefde is groot.
Vergeef me mijn zonden,
neem mijn schuld weg,
maak mij weer schoon.”
En terwijl we de laatste regel lezen, vegen we met een natte doek de spiegel schoon…
Vervolgens lezen we nog een paar regels uit Davids lied: vers 7 en vers 9b.
“Ik had al schuld toen ik geboren werd,
in de buik van mijn moeder was ik al schuldig.
Maak mij weer schoon,
zo schoon als witte sneeuw.”
En bij die laatste regels, staan we even stil. “Maak mij weer schoon, zo schoon als witte sneeuw.” Op tafel staat een bakje water. Ook liggen er 2 witte hartjes van foampapier. Helemaal schoon, helemaal wit. Maar we gaan er op krassen met stiften. Nu zijn de hartjes helemaal niet meer mooi schoon, helemaal niet meer mooi wit.
Opnieuw zeggen we: “God, maak mij weer schoon, zo schoon als witte sneeuw.” We doen de hartjes in het bakje water, we wassen het hartje goed, en wat gebeurt er: de hartjes worden weer schoon! Ze zijn weer zo schoon als witte sneeuw!
We luisteren nog een liedje: “Hoe komt het toch”, van Herman Boon. Opmerkelijk hoe weinig kinderliedjes er zijn over zonde en vergeving.
Aansluitend gaan we los met raamstiften: we kleuren een raam helemaal vol met van alles en nog wat. Nu kunnen we niet meer goed door het raam naar buiten kijken. Erboven schrijven we: “Maak mij weer schoon, zo schoon als witte sneeuw.” Nu, een paar dagen later, staat het er nog steeds. En Elianne kent de tekst inmiddels helemaal uit haar hoofd.
God, maak mij weer schoon,
zo schoon als witte sneeuw.